Ik was best huiverig om te starten met insuline, maar het is me enorm meegevallen!

Tabletten

Wanneer dieet en leefstijlaanpassing niet (meer) helpen om de bloedglucosewaarde voldoende te verlagen, is het voorschrijven van een geneesmiddel in de vorm van een tablet vaak de vervolgstap. Dat is nodig, want hoe langer de  bloedglucosewaarde te hoog blijft, des te groter is het risico op latere complicaties.

Er zijn verschillende soorten tabletten met elk een andere werking. Bij diabetes type 2 is het lichaam minder gevoelig voor insuline (insulineresistentie). Er zijn twee soorten geneesmiddelen die de insulineresistentie verminderen: metformine en TZD’s (voluit: thiazolidinediones). Metformine remt ook de glucose-afgifte door de lever. Hierdoor komt er minder glucose in het bloed terecht, waardoor het bloedglucosegehalte lager blijft. TZD’s verbeteren rechtstreeks de gevoeligheid van het lichaam voor insuline.

Direct na elke maaltijd gaat bij iedereen het glucosegehalte in het bloed snel omhoog. Op dat moment is er extra insuline nodig om de glucose uit het bloed in de lichaamscellen op te kunnen nemen. Tabletten die de aanmaak van insuline stimuleren zijn er in meerdere soorten: SU-derivaten en meglitinides. SU-derivaten (voluit: sulfonylureumderivaten) stimuleren de alvleesklier om meer insuline aan te maken. Ongeveer een half uur na inname beginnen ze te werken, gedurende een periode van 6 tot 12 uur. Dat betekent echter dat de alvleesklier extra insuline blijft afgeven, ook als u lang niet gegeten hebt. Dat kan in sommige gevallen leiden tot een hypoglykemie (hypo). Meglitinides beginnen, in tegenstelling tot SU-derivaten, snel te werken en hebben een korte werkingsduur.

Na de maaltijd worden koolhydraten in het maag-darmstelsel omgezet in glucose. Glucose wordt vervolgens opgenomen uit de darmen. Er zijn tabletten die ervoor zorgen dat de koolhydraten na de maaltijd niet zo snel in glucose worden omgezet. Dit zijn de alfa-glucosidaseremmers. Daardoor komt de glucose langzamer in het bloed en stijgt het bloedglucosegehalte minder snel.

Tevens worden na de maaltijd in de darm hormonen aangemaakt (o.a. GLP-1), die de afgifte van insuline door de alvleesklier stimuleren. Deze stimulatie duurt maar kort omdat GLP-1 in het lichaam snel weer afgebroken wordt door DPP-4 (voluit: dipeptidyl-peptidase-4). DPP-4-remmers zijn tabletten die de afbraak van GLP-1 remmen, waardoor de afgifte van insuline door de alvleesklier langer gestimuleerd wordt. Het risico op hypo’s is minder groot bij alfa-glucosidaseremmers en DPP-4-remmers ten opzichte van SU-derivaten.

Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe diabetesmedicatie, met weer verbeterde werking. Niet al deze medicijnen zijn beschikbaar of worden vergoed. Wanneer u daar vragen over heeft, kunt u bij uw arts of praktijkondersteuner terecht.

Bron: Algemene diabetes brochures – Novo Nordisk 

Delen: