Ik was best huiverig om te starten met insuline, maar het is me enorm meegevallen!

Wat is waar over insuline?

Veel mensen zien op tegen het starten met insuline. Ze zijn bijvoorbeeld bang om zichzelf te injecteren, ze hebben nare verhalen gehoord over insulinegebruik of voelen zich, zolang ze geen insuline gebruiken, ‘minder ziek’. Om een goede afweging te kunnen maken over het wel of niet starten met insuline is het belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over de voor- en nadelen van insuline en te weten wat de reden is om met insuline te starten.

Waarom is insuline nodig?

Diabetes type 2 is een zogenaamde progressieve aandoening. Dat wil zeggen dat de werking van de alvleesklier door de jaren heen steeds verder afneemt en er dus steeds minder insuline aangemaakt wordt. Behandeling zal altijd nodig blijven. In het begin volstaan meestal een dieet en leefstijlaanpassingen om het glucosegehalte van het bloed op peil te houden. Op den duur is daarnaast een behandeling met tabletten nodig, die de aanmaak van insuline stimuleren of het lichaam gevoeliger maken voor insuline. Als ook dit niet meer toereikend is moet worden overgestapt op het inspuiten van insuline. 

De insulineproductie van de alvleesklier neemt na een aantal jaren diabetes af. Daardoor lukt het niet meer om de glucose uit het bloed en in de lichaamscellen te krijgen, waar het als brandstof kan dienen. Wanneer u moet overstappen op tabletten en later op insuline, betekent dat niet dat u gefaald heeft de diabetes onder controle te houden of dat u ‘zieker’ bent of een ernstigere vorm van diabetes heeft gekregen; het is het natuurlijke verloop van diabetes type 2. De behandeling is alleen intensiever geworden.

Wanneer u twijfelt over het beginnen met insuline, kan het u helpen nog eens goed te kijken naar uw zorgen of vragen. Deze zijn voor iedere persoon weer verschillend, maar hieronder worden de belangrijkste punten op een rij gezet.

 

Wat zijn voor u de voordelen van insuline?

Insuline verlaagt te hoge bloedglucosewaarden. Die te hoge bloedglucosewaarden kunnen op de lange termijn leiden tot complicaties, zoals een achteruitgang van het hart- en vaatstelsel en schade aan de zenuwen in het gehele lichaam. Tevens veroorzaken langdurig hoge bloedglucosewaarden moeheid en een gevoel van lusteloosheid.

De behandeling van diabetes type 2 (met dieet, tabletten en/of insuline) is er altijd op gericht om zo normaal mogelijke bloedglucosewaarden te verkrijgen en daarmee het risico op latere complicaties sterk te verminderen. Insuline helpt u gezond te blijven. Door de verbeterde glucosewaarden voelt u zich daarnaast energieker, minder moe en ervaart u minder klachten.

 

Wat zijn voor u de gevolgen van insuline?

Wanneer de insulineproductie van de alvleesklier niet meer voldoende is, wordt het gebruik van insuline noodzakelijk voor een goede diabetesinstelling. Wanneer insuline voor u nieuw is, kan het u helpen om stil te staan bij de gevolgen van insulinebehandeling voor uw dagelijks leven en u hierop voor te bereiden.

 

Aanpassingen

In het begin kan het zijn dat u moet wennen aan het nemen van insuline en het controleren van uw bloedglucosewaarde. Ervaring leert echter dat mensen dit snel oppakken en dat het goed in hun leven inpasbaar is. Met de tijd leert u zich op allerhande situaties voor te bereiden en weet u hoe te handelen.

Voor de meesten die starten met insuline geldt dat zij slechts 1 (of soms 2) keer per dag injecteren. Dit gebeurt in een min of meer vaste dosering, waardoor dit niet als moeilijk wordt ervaren. Uw arts bepaalt de dosering aan de hand van uw bloedglucosewaarden. Belangrijk is dat u de insulinedosis niet vergeet. Net als met andere zaken die mensen dagelijks op ongeveer hetzelfde tijdstip doen (zoals tandenpoetsen, wassen, etc.) moet dit na verloop van tijd routine worden.

Voor de meeste mensen met diabetes type 2 geldt dat het toedienen van injecties zeer weinig tijd kost. Het is wel zo dat de toediening gepaard gaat met een zelfcontrole van uw bloedglucosewaarde. Alles bij elkaar kost dit een moment van uw tijd, waardoor u uw bezigheden even zult moeten onderbreken. Maar zoals voor veel zaken geldt: oefening baart kunst.

Met insuline kunt u in principe alles nog doen wat u gewend was (sporten, uit eten gaan, lange wandelingen maken, etc.). U dient er wel altijd rekening mee te houden. Gaat u een activiteit ondernemen waarvan u denkt dat het een effect op uw bloedglucosewaarde kan hebben dan is het aan te bevelen voor, tijdens en na de activiteit uw bloedglucosewaarde te controleren en zonodig actie te ondernemen. Als het gebruik van insuline uw leven minder flexibel maakt, kunt u met uw arts of praktijkondersteuner praten over mogelijke oplossingen.

Bij het starten met insuline zult u waarschijnlijk vaker contact hebben met uw arts, omdat uw insulinedosering nog goed moet worden ingesteld en het nog allemaal nieuw voor u is. Op korte termijn kunt u alles zelf en zult u uw arts minder vaak nodig hebben.

 

Injecteren

Insuline wordt onderhuids toegediend met een injectie. Voor veruit het merendeel van de mensen met diabetes type 2 die overstappen op insuline blijkt het injecteren geen probleem.

Een aantal mensen ervaart aanvankelijk angst bij het injecteren, die daarna meestal snel over gaat. Een insulinepen is geen injectiespuit met een vrij dikke lange naald, zoals bij het bloedprikken of bij een (reis)vaccinatie meestal het geval is. De insulinepen is makkelijk in gebruik en heeft heel dunne korte naaldjes. Injecteren is hiermee nauwelijks voelbaar of pijnlijk. Misschien kunt u aan uw arts of praktijkondersteuner vragen of u de naaldjes eens mag zien en uitproberen. Als u heel erg bang bent, kan het de moeite waard zijn om hier hulp voor te vragen. Om te testen of u last heeft van ‘spuitangst’, klikt u hier.

Het injecteren van insuline (in het bijzijn van anderen) kan voor sommigen als schaamtevol worden ervaren. Er kunnen natuurlijk omstandigheden zijn waaronder u liever privé injecteert. U kunt dan bijvoorbeeld gebruikmaken van het toilet of u even omdraaien of terugtrekken. Door het injecteren voor uzelf te houden ontstaat het onbedoelde effect dat uw omgeving er niets van weet en dat die u ook niet kan ondersteunen indien nodig. Er is geen reden voor schaamte. Insuline gebruiken betekent simpelweg dat uw eigen productie van insuline ontoereikend is. Insuline is dan nuttig en nodig om gezond te blijven. Onze folder kan u mogelijk helpen het gebruik van insuline bespreekbaar te maken met de mensen uit uw omgeving.

 

Hypo’s

Insuline is, net als tabletten, effectief in het verlagen van het glucosegehalte in het bloed. Er bestaat een kans, dat het gehalte lager wordt dan normaal (een hypo). Door een goede dosering van uw insuline kan dit probleem grotendeels voorkomen worden. Ook is het zo dat wanneer de bloedglucosewaarde lager wordt, u symptomen ervaart die u helpen een hypo te herkennen en vroegtijdig te behandelen.

Het kan gebeuren dat uw naasten zich zorgen maken over mogelijke hypo’s. Het is belangrijk om te weten wat hun zorgen zijn en samen te bespreken wat hieraan te doen is. Dat uw familie of vrienden zich zorgen maken zou echter geen reden mogen zijn om niet met insuline te starten. Praat er met hen over of neem ze mee naar uw arts of praktijkondersteuner als ze specifieke vragen hebben.

 

Gewicht
 

Insuline kan leiden tot een bescheiden toename in gewicht (circa 2 kilo). Dit komt doordat de insuline zorgt voor een betere diabetesinstelling. De glucose in uw bloed wordt niet meer uitgeplast, maar het wordt opgenomen in uw lichaamscellen waar het kan dienen als brandstof. Daarnaast is insuline een anabool hormoon, waardoor het een effect heeft op de opbouw van spier- en vetweefsel. Tenslotte kan het voorkomen dat u een lage bloedglucosewaarde zult behandelen door het eten van tussendoortjes. Door een goede afstemming van voeding en dosering van insuline kunt u meer gewichtstoename voorkomen. U kunt hiervoor begeleiding vragen van een diëtist.”


U heeft het blok ‘Starten met insuline?’ doorgelezen en hopelijk heeft dit een deel van uw vragen over het beginnen met een insulinebehandeling beantwoord en eventuele zorgen kunnen verminderen of wegnemen. Mocht u nog vragen of zorgen hebben, dan raden wij u aan dit met uw (huis)arts of praktijkondersteuner te bespreken. U kunt het formulier met uw testuitslag als leidraad voor het gesprek gebruiken of de test opnieuw doorlopen om te zien welke vragen of zorgen er nog bestaan.

Delen: